Geen wiegje
Geen wiegje als rustplaats,
maar een krib was 't weleer,
waar 't Kindeke
Jezus lei zijn hoofdje ter neer.
De sterren, zij
keken van de hemel zo mooi,
naar het Kindeke
Jezus, hoe hij sliep in de hooi.
Door ' loeien der
koetjes was het Kindje ontwaakt,
maar daardoor werd
't Kind niet aan 't schreien gemaakt.
Heer Jezus, nu ziet
God uit de hemel ter neer,
ik dank U, dat G'eens
ook een kindje waart, Heer.
O zegen de kind'ren
veraf en dichtbij,
Gij houdt van hen
allen evenveel als van mij.
Gij wilt, dat wij
kind'ren al zijn wij nog klein,
bij U in de hemel
ook eens zullen zijn.
De os en de ezel
vonden het wel wat raar.
Zij vroegen zich
af: "Wat doet dat kindje daar?"
De os riep toen:
"Boe!" en de ezel "iaa"
Dat betekende iets
vrolijks,
Waarschijnlijk "hoera!"
terug naar Pinkelotje |
terug naar Pinkie
|