Pinkstervakantie

bij

Pinkelotje



Pinksterverhaal
Maak alvast iets voor Vaderdag
Waar kunnen we heen?
Andere leuke Pinksterlinks
 
Stuur deze pagina naar een ander

Weet jij nog leuke links voor de Pinkstervakantie? Mail ze ons dan!
 
Wil je op de hoogte gebracht worden als deze pagina of de site van Pinkelotje weer wat nieuws bieden heeft?  
Vul je email adres hier in:
 
 
We vinden het leuk als je ook ons gastenboek tekent.

Pinksterverhaal om voor te lezen

Hier is onze fiere pinksterblom…
 

Het is vrijdagavond.
Wouter en Mieke zitten in hun pyjama voor de televisie. Ze zien een strenge meneer in een zwart pak. Hij zegt met een deftige stem: 'en toen gingen de mannen op weg, omdat Jezus het had gezegd.'
Wouter springt van de bank en rent naar pappa die in de keuken staat af te wassen.
'Suske is op de tuvisie!' roept Wouter.
Mieke komt ook naar de keuken. 'Nee hoor. Er is een man op televisie die vertelt over Jezus.
'Waarom doet hij dat?' vraagt Wouter.
Pappa denkt even na. 'Dat doet hij omdat zondag Pinksteren is.'
'Wat is Pinkelen?' vraagt Wouter.
'Pinksteren!' roept Mieke. 'Dat heet Pinksteren.'
Wouter knikt en zegt heel langzaam: 'Pink-ster-en.'
Mieke klapt in haar handen. 'Goed zo, Wouter. Je kunt al steeds beter praten.'
'Mag ik naar de kleutergroep?' vraagt Wouter.
'Over een paar weekjes,' zegt pappa
'Pink-ster-en,' zegt Wouter weer. Hij zegt het bijna net zo deftig als de man op de televisie.
Dan vraagt Mieke: 'Pappa, wat is Pinksteren?
Pappa legt de afwasborstel op het aanrecht en krabbelt even op zijn hoofd.
'Tja, dat weet ik niet zo goed meer. Het wil in elk geval zeggen dat het heel gauw weer zomer wordt. Maar er was nog iets. Misschien weer mamma het wel.
Die komt net de keuken binnen stappen. Ze weet wel wat Pinksteren is. 'Weten jullie nog het verhaal van Pasen?'
'Ja' zegt Wouter, ' toen hebben ze Suske doodgemaakt.
'Die heette Jezus, ' zegt Mieke. 'Je moet het goed zeggen, want je kan ook al Pinksteren zeggen.'
'Pink-ster-en,' zegt Wouter heel langzaam.
'Goed zo!' zegt mamma. 'Het verhaal van Jezus staat in dat oude boek, weten jullie nog wel? Nou, daarin kun je ook iets lezen over Pinksteren. Weten jullie nog dat die Jezus een heleboel vrienden had? En dat die hem hadden begraven?'
Mieke knikt. 'Ja, in het hol in de bergen. En toen de vrienden na een tijdje gingen kijken, was hij weg.'
'Precies,' zegt mamma. 'Die vrienden waren daardoor een beetje in de war. Ze wisten niet meer wat ze moesten doen.'
'Zoeken!' roept wouter. 'Ze moeten Jezus zoeken!'
Mamma knikt en dan vertelt ze verder:
'Dat deden ze ook, maar ze konden hem niet meer vinden. Toen gingen ze bij elkaar zitten in een groot huis. En ze wachtten af tot Jezus weet te voorschijn kwam. Maar hij kwam niet meer en daar moesten ze van huilen.
Maar op een dag zaten de vrienden met zijn allen aan het ontbijt.
'Doe de gordijnen eens open,' zei de oudste, 'want volgens mij is het lekker weer buiten.
Een andere vriend trok de gordijnen open en ze zonscheen naar binnen en het werd heel licht in de kamer. En ineens wisten ze het. 'We moeten naar buiten,' zei de oudste vriend. 'We moeten ophouden met huilen. We gaan alle mensen vertellen over Jezus.'
En dat deden ze. Ze gingen naar de markt en klommen op een muurtje. Ze vertelden aan iedereen over Jezus en wat hij had gezegd: dat alle mensen vrienden moeten zijn.'
Wouter rent de kamer in en springt op de bank.
'Niet meer huilen,' roept hij. 'Alle mensen moeten vrienden zijn!'
In de keuken zegt mamma tegen pappa: 'Buurvrouw Nel zei nog dat we de bel moeten afzetten, want morgen is het luilak.'
'Wat is dat nou weer?' vraagt Mieke?
'Dat is de dag voor Pinksteren. Dan gaan de grote kinderen 's morgens heel vroeg de straat op om lawaai te maken en overal belletje te trekken.'
'Dat deden wij vroeger ook,' zegt pappa.
'Dat is leuk,' zegt Mieke.
Pappa vertelt dat hij vroeger nog meer stoute dingen deed. 'We bonden de knoppen van de voordeuren aan elkaar. Als de mensen dan naar buiten wilden, ging dat niet."
'Dat moeten we ook doen,' zegt Mieke.
Pappa lacht. 'Daar zijn jullie nog wat te klein voor. Wacht maar tot je wat groter bent.'
Als Mieke 's avonds in bed ligt, denkt ze nog aan wat pappa vertelde. Ze vindt stom dat hij zei dat ze daar nog te klein voor was. Een beetje boos valt ze in slaap.
Ze wordt wakker van Wouter die naast haar bed staat. 'Er rijden grote kinderen door de straat,' zegt hij. 'Ze hebben allemaal lawaaiers aan hun fiets.'
Mieke loopt naar het raam. Het is nog een beetje donker buiten. De kinderen hebben met een lang touw een heleboel blikjes aan hun fiets gebonden. Het rinkelt en kinkelt heel hard.
'Ze doen luilak, 'zegt ze. En dan vertelt ze aan Wouter wat dat is.
Vooral van het touw aan de deur vindt hij leuk.
'Zullen wij luilak doen?' vraagt hij.
Dat wil Mieke wel.
Ze doen hun sloffen aan, gaan zachtjes naar beneden en stappen door de achterdeur naar buiten. Uit de schuur halen ze eerst een stuk touw.
Dan lopen ze over het paadje naast het huis naar de voorkant.
Ze maken het touw stevig vast aan hun eigen voordeur en aan die van buurvrouw Nel.Ze doen er wel tien knopen in.
'Nou moeten we ook lawaaien, 'zegt Wouter.
Ze rennen naar de achtertuin. In de keuken pakken ze ieder een grote pan en een houten lepel.
Daarmee gaan ze voor het huis staan en beginnen keihard op de pannen te slaan.
Maar er gebeurt niets.
Dan zien ze opa Bos aankomen met Flip.
'Doe jij ook luilak?' vraagt Wouter.
Opa lacht. 'Nee, daar ben ik te oud voor. Ik ben altijd vroeg uit bed om Flip uit te laten. Vroeger, toen deed ik wel luilak,' vertelt opa. 'En dan zongen we er ook een liedje bij.'
'Zingen!' roept Wouter.
'Eens denken, hoe was het ook alweer.
 
Luilak, beddezak,
Staat om negen uur op!
Negen uren, half tien,
Kan de luilak nog niet zien.'
 
Opa Bos zingt het nog een paar keer voor en algauw zingen ze met z'n drieën. Wouter en Mieke slaan erbij op de pannen.
Dan kijkt ineens buurvrouw Nel met een slaperige hoofd uit het bovenraam.
Ze wrijft eens in haar ogen, want ze gelooft niet wat ze ziet: opa Bos en Wouter en Mieke die luilak doen.
Dan verschijnt het hoofd van pappa achter het raam.
Maar opa en de kinderen zien het niet en gaan gewoon door.
Even later probeert buurvrouw Nel de voordeur open te doen, maar die zit stevig dicht gebonden.
Pappa staat ook al te trekken aan zijn voordeur. Wouter en Mieke schateren het uit en roepen: 'Luilak, beddezak!'
Opa Bos vindt het niet zo leuk meer. 'Potverdrie,' mompelt hij, 'door die kinderen doe ik af en toe wel rare dingen.'
Pappa is ondertussen achterom gelopen.
In zijn pyjama komt hij aan de voorkant van het huis. Vlug maakt hij het touw losbij de buren.
Buurvrouw Nel trekt woedend de voordeur open.
'Zijn jullie gek geworden!' roept ze. 'Om beddezak tegen mij te roepen!'
'Dat is eeenig!' roept Wouter.
'En wat doet u hier, opa Bos? U moest zich schamen voor zo'n ouwe vent!' Met een klap smijt de buurvrouw de deur weer dicht.
Pappa probeert ook boos te kijken, maar dat lukt niet. Hij staat te schudden van het lachen. 'Naar binnen jullie!' roept hij. 'Stelletje deugnieten.'
Opa Bos kijkt hem een beetje zielig aan en zegt: 'Ik word door uw kinderen zelf ook weer een kind.'
'Dat geeft niks, hoor,' lacht pappa. 'Komt u ook maar binnen, dat zet ik even koffie.'
Even later zitten ze met zijn allen inde keuken.
'Buurvrouw Nel was wel boos,' zegt Mieke.
'Ze zei "ouwe vent" tegen opa,' zegt Wouter. 'Ze is zelf een ouwe vent.'
Opa Bos moet lachen.
'Morgen is het Pinksteren,' zegt Mieke tegen opa Bos. 'En wij weten het verhaal.'
Opa knikt tevreden. 'Dat is een heel mooi feest,' zegt boom en dan zongen we altijd om een grote boom en dan zongen we een lied voor het mooiste meisje van het dorp.'
'Wat zong je dan, opa?' vraagt Wouter.
Zachtjes begint opa te zingen:
 
Hier is onze fiere pinksterblom,
Ik zou haar zograag eens wezen:
Met haar mooie kransen op het hoofd
En met haar rinkelende bellen!
Recht is recht, krom is krom,
Hier is onze fiere pinksterblom.'
 
'En wie was het mooiste meisje van het dorp?' vraagt Mieke.
Opa kucht even. 'Dat was Elsje. Ze was ook het liefste meisje. Daar ben ik later mee getrouwd.'
'Is dat oma Bos?' vraagt Mieke?
Opa knikt.
'Waar is die dan?' vraagt Wouter.
'Die is al heel lang dood,' antwoordt opa.
Dan zien ze dat er tranen in zijn ogen staan. Het blijft even stil in de keuken.
'Maar nou heb je Flip,' zegt Wouter,' en die is ook lief. De liefste hond van het hele dorp.'
Daar kan opa weer een beetje om lachen.
En Flip blaft vrolijk mee.

Uit: Nog één nachtje slapen
Uitgeverij Van Holkema & Warendorf

Een echte aanrader!

top

Stuur deze pagina naar een vriendje of vriendinnetje


Pinkster Links
 
Wat is het Pinksterfeest eigenlijk?
 
Stuur je vriendje of vriendinnetje een e-kaart tijdens de Pinkstervakantie
Kijk hier voor veel leuke uitjes met de kinderen tijdens Pinksteren!

Weet jij nog leuke links voor de Pinkstervakantie? Mail ze ons dan!
 
top


terug naar Pinkelotje